Lezingen

Heidense wortels in hedendaagse gebruiken en rituelen

1. Inleiding

Heeft u zich nooit afgevraagd waarom we tijdens de kerstperiode een boom optuigen met lichtjes, bollen en koeken? Waarom een heilige met zijn knecht door schoorstenen kruipt? Waarom we in de meimaand op bedevaart gaan naar een Mariaoord? Waarom blazen we eieren uit, beschilderen deze en hangen we die in groene takken? Waarom bevinden oude kerken zich vaak aan een waterbron, oude bomen of stenen of een grot? Geen van deze dingen staan beschreven in de bijbel en toch zijn ze geworteld in onze christelijke traditie. Het antwoord op al deze vragen noemt men pejoratief het heidendom of om het netjes te zeggen: de voorchristelijke tradities zoals ze door de Germanen beleefd werden voor ze gekerstend werden en nog worden door de huidige heidenen. Ik leid u vanavond binnen in deze wereld en laat u aan de hand van allerlei voorbeelden zien dat deze tradities dieper geworteld zijn, dan de meeste mensen vermoeden. U zal zien dat deze traditie even belangrijk is geweest voor de vorming van onze West-Europese identiteit, als de Griekse en Romeinse traditie.

2. Midden: De feiten

a. Middeleeuwen? Nog steeds heidens

Voor ik kan verdergaan met deze uiteenzetting, moet ik een misvatting uit de weg ruimen. De meeste mensen hebben het jaar 496 vanbuiten moeten leren in de school. Het was het jaar dat Clovis, hoofdman van de Franken, de Allemannen overwon en als dank voor deze zegen zich christelijk liet dopen. De illusie wordt vaak gewekt dat toen ineens heel zijn volk christelijk was. Na de doorgang van de bekeringsmissionarissen Willibrordus en Bonifatius meende men hetzelfde resultaat: hocus, pocus, pats en alsof heel ons gebied christelijk was. In de scholen worden de Middeleeuwen als louter christelijk voorgesteld en de kloosters hadden in dit verhaal het religieuze monopolie. Niets is minder waar. De landbouwbevolking bleef trouw aan haar rituelen en feesten. Ik kan u verbodsbepalingen in synodes en wetteksten aanduiden tot in de late middeleeuwen en zelfs tot in de vorige eeuw in calvinistische gemeentes met als doel de heidense gebruiken te verbieden, aan te passen of te vernietigen.

Dr. Judith Schuyf en dr. Ludo Milis spreken in dit verband zelfs over de heidense middeleeuwen: de boer, hij boerde voort en hield zijn oude gebruiken in stand. Het christelijk dogma had geen of geen goede alternatieven voor de landbouwrituelen, de zonnecultus, de voorouderverering. Sterker nog: de kerk slaagde er niet in om het oude geloof en haar gebruiken uit te schakelen. Het enige wat ze konden doen was het oude geloof assimileren of verbieden. De oude gebruiken verdwenen dus niet allemaal: ze kregen een christelijk jasje. De gebruiken die niet te assimileren waren, werden bewust gedemoniseerd of afgeschaft. Dit geldt voor sommige aspecten van de vooroudercultus en de moedergodin. Zo komt het dat er in de plaats van goden en voorouders plots heiligen ontstonden in de begindagen van het christendom. Zo werd de geboortedatum van Jezus verlegd naar het belangrijkste feest van de Indo-Europeanen: het midwinterfeest. Het midzomerfeest werd vervangen door Sint Jan. Alle vruchtbaarheidsfeesten werden plots gevierd in de naam van Maria en/ of Anna. Zo komt het dat de eerste kerken bewust op heidense cultusplaatsen (een bron, grot, boom,…) werden geplaatst. Het vernielen had geen zin. Ze bleven terugkomen naar de plek waar nu een kerk stond. Ik onderbouw mijn stelling aan de hand van een aantal voorbeelden.

b. Goden en voorouders worden heiligen

b.1. Wodan wordt Sinterklaas

In de Edda, een boek over het Germaanse heidendom, leren we Wodan of Odin kennen. In onze contreien werd hij Woen genoemd. Vandaar woensdag. Wodan is de oppergod, hij brengt wijsheid en inzicht. Hij reed volgens de Edda op een paard Sleipnir, met 8 poten. Hij leidde in de donkere periode de wilde jacht, de mannenbond of de voorouderhorde. Wodan nam in zijn wilde heir gestorvenen op die in de strijd en met eer stierven. De voorouders en de goden waren ook verbonden met de haard, de schoorsteen. Hier steeg immers de rook naar het hoge. In deze periode werden er overal offers gehangen want als de loop langs je veld kwam, was deze vruchtbaar. De wildemannen sloegen met takken, met roedes op de grond om het zaad op te wekken. Wodan droeg een speer. De mannenbond stond ook bekend als verdediger van de moraal. Wie zich niet hield aan de goede moraal, werd bestraft door de mannenbond. Als we hier nu Sinterklaas naast zetten zien we treffende gelijkenissen. Sinterklaas rijdt op een schimmel. Hij komt in de donkere periode. In plaats van offers te krijgen, legt hij nu offers voor de kinderen. Alleen voor de goede kinderen. Hij komt door de schoorsteen. Hij is in het gezelschap van een zwarte man: een dode, of een lid van de mannenbond met een dodenmasker.

b.2. Donar of Thor wordt heilige Donatus

Donar of Thor bestreed volgens de Edda de reuzen met een hamer, Mjolnir. Wanneer hij met zijn hamer streed, zorgde dat voor een bliksem, waarna een donder weerklonk. Donar was een strijder: god van de strijdersklasse. In onze contreien werd hij gewoon donder genoemd. Vandaar dondersdag. Wanneer we daar Sint Donatus naast zetten, zien we dezelfde kenmerken en dezelfde gebruiken. Donatus was een krijgsheer bij het Romeinse leger en kwam op voor de krijgers. Daarnaast werd hij aangeroepen door boeren om hun oogst te beschermen tegen bliksem.

b.3. Hella wordt sint Gertrudis

Hella was de godin van de gestorvenen. Zij woonde in een onderwereld, waar de gestorvenen heen gingen die zonder strijd stierven. Ze was half dode, halve vrouw. Ze begeleidde de zielen. We kennen haar ook als vrouw Holle uit de sprookjes. We zien enkele kenmerken van haar terug bij Sint Gertrudis: de spil, de dodenminne en de zielsbegeleiding (in de vorm van muizen, iconografie uit de middeleeuwen).

b.4. Freya wordt Maria of Anna en Frey wordt Sint Antonius

Freya en Frey waren een tweeling die verantwoordelijk waren voor de vruchtbaarheid van het land. In ons landen heette Frey gewoon Vrij. Vandaar vrijdag. De cultus die met hen verbonden is, werd overgeplaatst op Maria maar ook op sint Anna, de grootmoeder van Jezus. Voor Freya en Frey werden er ommegangen gehouden ter bevordering van de vruchtbaarheid van de velden. Deze werden vervangen door bedevaarten. De moedergodin werd vaak vereerd in lindebomen. Dus kwamen er Mariabeelden in deze bomen te hangen.

b.5. Voorouders worden zware piet

Tijdens de donkere periode meende de Indo-Europeanen dat de voorouders heel dicht bij hun waren. De sluier tussen de onderwereld en hun wereld was erg dun. Dit symboliseerden ze door een dodenheir rond te laten gaan. Ze droegen dodenmaskers: zwarte maskers. Dit dodenheir bezocht symbolisch de onderwereld om het licht terug te brengen. Het klinkt bizar maar over dit gebruik zijn verslagen te vinden in Litouwen en Letland uit de 17e eeuw. De kerk wist hier geen blijf mee. In de onderwereld is de hel en niets anders. Het wilde heir werd gedemoniseerd en werd een zwarte man aan een ketting met een roe. Uiteindelijk werd het een zwarte man die kinderen in de zak zou steken. Zijn zwarte kleur verbindt hem met de onderwereld en de voorouders. Herkennen jullie een sjamanistisch gegeven: figuren dalen af naar de onderwereld om zielen/ de zon terug te halen? Zwarte piet is dus onderdeel van een zeer oud sjamanistisch ritueel dat voor de meeste mensen langzaam zijn diepgang en betekenis verloor.

c. Heidense feesten worden Christelijk

In de voorchristelijke maatschappij waren drie dingen essentieel: de zon gaf het licht om te leven, de aarde gaf voedsel en drinken, de voorouders brachten DNA en kennis. We zien doorheen heel Europa dan ook een zonnecultus, een vruchtbaarheidscultus en een vooroudercultus.

c. 1. De zonnecultus:

  • Midwinterfeest

Zeker in het verre noorden werden onze voorouders geconfronteerd met een beangstigend feit: op een gegeven moment bleef de zon weg. Om dit te keren, bracht men tijdens de vermoedelijk kortste nacht van het jaar het licht binnen en ontstak men vuren. Men liet een brandend rad wentelen in de hoop de zon zo te dwingen zich te wenden. Daarnaast hing men offers in of onder de bomen om de goden gunstig te stemmen. Pas in de 15e eeuw werden deze bomen sparren. Maar dat het hangen van offers een zeer oud gebruik is, zien we aan oude rotsschilderingen in Zweden en aan het feit dat dit gebruik nog steeds doorgaat via bijvoorbeeld koortsbomen. Hierbij bindt men stoffen – die in contact zijn gekomen met een zieke- aan een boom en geeft men de ziekte aan de boom. De geboorte van Jezus werd gekoppeld aan de geboorte van het licht.

  • Lentefeest of Ostara

Wanneer de nacht en de dag even lang waren, vieren we het lentefeest of Ostarafeest. Het feest wordt verbonden met vruchtbaarheid en creatie, het ontkiemen van de gewassen. Een mooier symbool voor geboorte dan een ei bestaat er niet: het ontkiemen. Daarom hangen we eieren in bomen. Voor de Germanen was het vooral een dankfeest: via dans, spel en offers dankte men de goden voor het ontkiemen van de zaden, de geboortes van dieren, het bloeien van de bomen. In verschillende regio’s vindt dit dankfeest in mei, nu Mariamaand, vroeger Freyamaand plaats. Vooral in Limburg en de meer oostelijke gebieden van Nederland houdt men dit gebruik nog in ere. In Twente en Drenthe onderhoudt men nog paasvuren.

  • Midzomerfeest

Wanneer de zon haar hoogste punt aan de horizon heeft ingenomen, als de dag de langste is van het jaar en de nacht de kortste, viert men het Midzomerfeest. Overal in de Europese landen ontsteekt men vuren als zinnebeelden voor de zon. In de christelijke wereld doopte men deze dag om tot Sint Jansfeest. We zien sterke gelijkenissen tussen Sint Jan en de zonnegod Balder. De mythe gaat dat de zonnegod Balder onoverwinnelijk was totdat Loki ontdekte dat de maretak het enige wezen in de 9 werelden was dat niet de belofte had gedaan om Balder te beschermen. Loki richtte de maretakpijl via de blinde Hodur op Balder. De zonnegod stierf. Daarom sterft ook elk jaar de zon.

c.2. De vruchtbaarheidscultus (of aardecultus)

Naast de zon was voor een landbouwmaatschappij de aarde en haar vruchtbaarheid belangrijk. De vruchtbaarheidscultus werd overgenomen door Maria.

  • Zaaifeest wordt Marialichtmis

Tijdens het zaaifeest werd de aarde aangestampt en met takken op de velden geslagen om het zaad op te wekken. Het veld werd gezuiverd. De zon werd gevraagd het akker te beschijnen. Als overblijfsel zien we dat er pannenkoeken worden gebakken die de zon voorstellen.

  • Meimaand wordt Mariamaand

De ommegangen worden vervangen door bedevaarten. Ook dit heeft als doel het opwekken van de vruchtbaarheid. Cirkelende bewegingen met de zon mee werkten vitaliserend. Dit zien we terug in de meidansen. En weer wordt er een boom bij betrokken.

  • Oogstfeest wordt Mariahemelvaart

Wanneer in het najaar de dagen even lang zijn als de nachten, viert men het herfstfeest of ook oogstfeesten. Dit is ongeveer rond 21 september. In sommige contreien vinden de oogstfeesten al vroeger plaats. Dat is logisch: niet overal oogst men rond hetzelfde tijdstip. Na het harde werken kon men eindelijk de oogsten binnenhalen en kon men feest vieren zonder zich zorgen te moeten maken over de dag van morgen. Het was net als het lentefeest een dankfeest. Men bedankte de goden voor de goede oogst. Dit kon ook op geestelijk vlak. Vandaar de uitdrukking: men oogst, wat men zaait. De kerk heeft ook deze heidense feestdag ingenomen. We zien op 15 augustus Mariadag, vroeger Freyadag, feesten en processies. Daarnaast zien overal in de lage landen processies tijdens kermissen. Deze kermissen zijn overblijfselen van de oogstfeesten. Let maar eens op: deze vinden bijna overal plaats in augustus of september

C.2 Vooroudercultus

  • Dodenminne wordt Allerzielen en Halloween
  • Wilde heir wordt zwarte piet

Tot slot wil ik jullie nog vertellen over de dodenfeesten. Weinig mensen weten nog dat de oorsprong van Halloween zich in Europa bevindt. Zoals reeds gezegd leefden de Germanen met hun voorouders. Ze zetten een stoel bij voor de doden bij elk feest, ze richtten stenen op voor hun voorouders, ze waren via ‘heilagr’ of een soort van familie-eer rechtstreeks verbonden met hun voorouders. Het is dan ook niet te verwonderen dat ze dodenfeesten hielden, vaak op het graf van hun voorouders. Ze ensceneerden aan de hand van mannenbonden het dodenleger van Wodan. Ze vertegenwoordigden ze niet alleen: ze werden hun voorouders. Het van deur naar deur gaan tijdens Halloween is een oude restant van de dodenommegang. Het nieuwjaarszotten en nieuwjaarszingen ook: jongeren vragen offers van deur tot deur. Het plaatsen en hangen van geesten en spoken zijn een restant van het geloof dat de voorouders verschenen tijdens deze donkere periodes tussen de mannenbonden. Een overblijfsel hiervan is zwarte piet, alsook de gebruiken rond Allerzielen en Halloween.

d. Oude cultusplaatsen worden de eerste kerken

Germanen vonden het landschap heilig. Ze markeerden opvallende landschappelijke kenmerken met stenen en zagen bronnen als doorgangspoorten naar de andere wereld. Heuvels zagen ze als een baarmoeder of een vrouwenborst. Het is dan ook niet te verwonderen dat ze steeds naar deze plekken terug keerden. De kerk gaf daarom de opdracht de heiligdommen niet af te breken maar er een kerk of kapel voor in de plaats te zetten. Opvallend hierbij is dat deze kerken vaak gewijd werden aan Sint Michael, Walburga, Sint Nicolaas of Maria.

  • Sint-Goedele en Sint Michiel te Brussel
  • Maria te Scherpenheuvel
  • Sint Anna te Aldeneik

3. Slot: Waarom is deze kennis zo belangrijk?

Er valt nog heel veel te vertellen over de oude gebruiken en tradities die vaak dankzij, soms ondanks het christendom hebben kunnen overleven. Ik vind het belangrijk om deze wortels te kennen, te onderhouden en te beleven. Niet omdat ik hang naar vervlogen tijden of deze leer als enige waarheid zie. We zien dat met het leeglopen van de kerk de maatschappij verandert. Sommige mensen worden atheïst in verzet tegen het kerkelijk instituut of God, andere beginnen een spirituele zoektocht in India, Peru of in ver-weg-van-ons-bed-landen. Ze gooien het kind weg met het badwater. Ze weten niet dat we diepe wortels hebben, een oerdegelijke spirituele traditie in Europa die vervlochten is met wie we zijn: een groot deel daarvan is terug te vinden in het christendom maar daarnaast ook in onze volkse tradities en gebruiken. Ik vind het belangrijk om u te vertellen over deze tradities omdat het een antwoord is op de druk van de globalisering die onze huidige waarden en normen ondermijnt. Het is een antwoord op de verschraling van het innerlijke en uiterlijke landschap. Het is ook een antwoord op het wegvallen van sociale verbindingen. Het werkt verbindend. Het zorgt voor magische momenten in onze wereld.

You may also like...