Waarom rituelen een verschil maken
In mijn jeugd gingen wij met ons gezin vaker wandelen in de bossen rond Averbode. Onze favoriete periode was de herfsttijd wanneer we onder grauwe luchten door de bladeren mochten stampen, of de wintertijd wanneer we joelend elkaar met de slee vooruit trokken.
Op het einde van de koude tocht was er steevast een warme chocolademelk in Mie Maan, een prachtige herberg aan de rand van het bos waar kindvriendelijkheid troef was. Die warme chocomelk werd een ijkpunt. Op het einde van de wandeling: een warme chocomelk, liefst met slagroom. Jaren later, kwam ik er achter dat mijn zussen en broers dit ook nog altijd doen met hun kinderen en ze dezelfde connotatie hebben met warme chocomelk als ik. Een chocomelk is niet zomaar melk met chocolade. Nee, het is een herinnering. Het is wandelen in de bossen met je gezin. Het is de geur van eenvoud en kinderlijk geluk. Het is je verbonden voelen met de omgeving. En om dat gevoel telkens terug op te roepen, is het drinken van chocomelk na een wandeling een ritueel geworden: een gewone handeling die verwijst naar een heel achterliggende wereld, het herscheppen van een wereld of mythe. Dat is het eerste kenmerk van een ritueel. Een gewoonte heeft een extra lading gekregen. Een gewoonte is dus niet hetzelfde als een ritueel. Een ritueel gaat veel dieper.
Bedenk maar eens hoe bizar het zou zijn om kaarsjes uit te blazen tijdens je verjaardag, als je niet de symboliek rond kaarsen uitblazen zou kennen. Iemand propt kaarsen in een lekkere taart. Zonde van de taart, zou je denken. Daarna wordt er luidkeels gezongen en op het einde begint die jarige als een gek de kaarsen uit te blazen. Als hij het in een keer kan, wordt er luid gejuicht. Hoe bizar is dat? Stel je voor dat je uit een cultuur komt, waar ze verjaardagen niet kennen? Of waar kaarsen uitblazen heiligschennis is? Rituelen zijn cultuurgebonden en markeren vaak overgangsmomenten zoals een verjaardag, een huwelijk, de dood,…
Bijzondere momenten zouden kunnen passeren zonder dat we het door hebben. Iemand die niets geeft om verjaardagen, kan elk jaar ouder worden zonder dat in de gaten te hebben. Geen taart, geen kaarsjes. Iemand die huwt, kan een papier ondertekenen en er verder geen aandacht aan besteden. Volgens de wet ben ik getrouwd. Klaar. Maar geef toe: hoe kleurloos en leeg zou het leven zijn? Het leven wordt pas zinvol, als we het zinvol maken. Dat onderscheidt ons van de dieren. Rituelen zorgen er voor dat we bijzondere, zinvolle momenten accentueren. Het leven is als een sneltrein en als we niet af en toe uitstappen in een station om van het landschap te genieten en even stil te staan, is het in een oogwenk voorbij.
Er wordt zo vaak, zo zwaarwichtig gedaan over het woord ritueel. Wij hangen het vaak vast aan doctrines of wazige toestanden. Nochtans zijn rituelen in te zetten tijdens moeilijke momenten, die helemaal los staan van een doctrine. Het kanaliseert moeilijke emoties. Denk bijvoorbeeld maar eens aan een begrafenis. Die zit vol met rituelen: we roepen fijne herinneringen op aan de gestorvene waardoor het verdriet kan samengaan met dankbaarheid. We geven een laatste groet waardoor de dood tastbaarder wordt en we die misschien beter kunnen aanvaarden. Een ritueel heeft dan ook een kanaliserende, verwerkende functie. Dat wil zeggen dat rituelen ook als een coaching-techniek kunnen gebruikt worden. Een heel simpel voorbeeld: als ik me neerslachtig voel, steek ik een kaarsje aan om mezelf eraan te herinneren dat heel de wereld vol met licht zit. Hier sta ik dan bewust bij stil: welke dingen zijn als licht voor mij? Op den duur is het denken niet meer nodig: ik ontsteek een kaars en krijg meteen het geruststellende gevoel van de schoonheid van het leven gevuld is met licht-momenten.
Kreeg jij als kind een kruisje op je hoofd van je ouders? Na de dood van mijn broertje, herinner ik me dat mijn vader vaker naar boven kwam om een levensrune op ons voorhoofd te plaatsen voor het slapen gaan. Het gaf ons het gevoel dat we veiliger waren. Het gaf mijn vader het gevoel dat we de nacht zouden overleven. Voor hem was het misschien een manier om de dingen te verwerken. Voor ons was het een vorm van betovering. Een ritueel kan een bezwerende functie hebben. Iets wat men een persoon toewenst. Denken we bijvoorbeeld aan de drie petemoeien in het sprookje van Doornroosje. Deze functie is in West-Europa wat op de achtergrond gekomen omdat we niet zo vol zijn van magie. Maar vergis je niet: we doen het vaker dan we denken. Bij een heildronk tijdens het huwelijk bijvoorbeeld.
Tot slot, en zeker geen onbelangrijk gegeven, is een ritueel vaak een verbindend moment met de omgeving: een ritueel heeft een sociale functie. Een groep heeft rituelen nodig om een groep te kunnen zijn. In mijn vriendenkring is het de gewoonte om bomen te planten na de geboorte van een kind en daarbij een groot feest te geven. Het feit dat ik in alle tuinen bomen zie groeien die verbonden zijn met de kinderen van mijn vrienden, vind ik zeer verbindend. Wij verbinden onze kinderen met de natuur. Daarna stellen we onze kinderen voor aan de familie- en vriendenkring. Vanaf dat moment hoort dat kleine wezen bij ons. We waken er met zijn allen over. Daarom zijn we vrienden.
Rituelen moeten niet groots zijn, ze moeten echt zijn en puur. Dat probeer ik telkens opnieuw te bewerkstelligen als ik rituelen ontwerp voor mezelf, mijn gezin, vrienden of mensen die vragen om een ritueel. Het moet recht uit het hart komen en passen bij de uitvoerders. Als ze niet meteen de kracht van de symboliek voelen, vooral VOELEN, dan is het niet passend. Daarom is het steeds zoeken naar de juiste beelden, de juiste symboliek, enorm belangrijk. Van hart tot hart.
Gudela