Tijdens de eerste wereldoorlog was er een lied dat aan Duitse zijde in de loopgrachten werd gezongen. De begintekst gaat als volgt: Op een gitzwarte hengst daar rijdt de dood, dicht en grauw is zijn masker als lood. Als de soldaten het veld in marcheren, laat hij zijn ros ernaast galopperen.
Het ritme en de sfeer van een oud landsknechtlied verraadt dat dit lied al veel ouder is dan de eerste wereldoorlog. Het beeld van een zwart paard als brenger van de dood, gepaard gaand met de slepende melodie, bracht de soldaten in dusdanige trance en vervoering dat het lied verboden werd. Het werkte zo erg op het gemoed dat de dood tussen de soldaten liep. En dat is niet vreemd…
Een paard dat de dood brengt, is een beeld dat immers diep in ons geheugen geworteld zit. In de Germaanse mythologie is het paard naast een vruchtbaarheids- ook een onderwerelddier. Ten eerste brengen de wulpse Walkuren de gesneuvelde helden naar het Walhalla op hun paarden maar ook de mythe waarbij de god Hermöd op Odins paard Sleipnir naar het dodenrijk van Hella reed om zijn broer Balder vrij te kopen, is ons bekend. Daardoor heeft het paard een sacrale betekenis: een al dan niet gevleugeld ros staat symbool voor het pad naar het dodenrijk en het al dan niet verwerven van onsterfelijkheid. Ten tweede wordt het paard verbonden aan de aarde door de mythes omtrent de vruchtbaarheidsgod Freyr. Deze vruchtbaarheidsgod berijdt het ros Blódughai waarmee hij zich kan verplaatsen over vuur en water. In archeologische bronnen wordt ook vermeld dat in de Noorse plaats Trondheim bij het heiligdom van Freyr er paarden werden gehouden, wellicht als offer.
In de Keltische mythologie is het de paardengodin Epona (=Grote merrie), de beschermster van ruiters, die de zielen naar het dodenrijk brengt. Epona is in Limburg zeer bekend. In 1896 werd een bronzen beeldje van Epona te paard gevonden bij baggerwerken in de Maas bij Maaseik. Ook in Baarlo werden verschillende beeldjes van Epona bovengehaald uit de Maas. Het beeld van een paard dat ons komt halen bij het sterven is ons dan ook niet vreemd. Ook in Duitsland werden beeldjes en altaren gevonden, gewijd aan Epona. Vandaar waarschijnlijk het sterke hypnotische effect van een lied over een dodenpaard in de loopgraven van WO I.
In NW-Europa zijn er meerdere graven gevonden waar een paard werd meegegeven als offer. Tacitus zegt hierover: ‘De Germanen verbranden de lijken en ieder wordt zijn wapen meegegeven, bij sommigen wordt het paard mee verbrand.‘ (Germania, cap XXVII) Nog in de 16e eeuw sprak de Duitse predikant Strigenitz zich uit tegen paardenoffers die tijdens de Sint-Jansvuren zouden gedaan worden.
Waarom is dit voor ons interessant? Wij gaan natuurlijk geen paarden offeren. Wat wel belangrijk is, is dat rituelen altijd gebaseerd zijn op mythes en dat de mythes die het dichtst bij ons staan het sterkst op ons inwerken. Mythes van eigen bodem dus.
Het sterke beeld van een paard als dodenbegeleider, dat in zowel de Germaanse als Keltische mythes een hoofdrol speelt, kan gebruikt worden in rituelen om afscheid te nemen. Als vervoermiddel van iets of iemand die niet letterlijk gestorven is, maar waar we afscheid van willen nemen. Gebruik het in een ritueel als beeld van een gevoel, een patroon, een band of een relatie dat een einde nodig heeft. En of dit daarna net als Balder een wedergeboorte, een hernieuwing verdient, is dan aan jou de keuze.
Maar dat is nog niet alles over het paard. In de volgende aflevering lees je meer over haar verbinding met de zon.
EINDE deel 1
Gudela
Lees binnenkort verder:
Deel 2: Ju ju paardje en de zonnecultus
Deel 3: Ju ju paardje: een sjamanistisch vervoermiddel
Bronnen:
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/themas/14584
Edda
Tacitus, Germania
Hoofdafbeelding: De Walküren, schilderij van William T. Maud.