Ceremonies

Over oogsten wat men gezaaid heeft

De oogsttijd is bijna voorbij. Het land wordt langzaam leeggemaakt: het koren, de maïs, de groenten,…verdwijnen in de schuren, voedselketen of liggen rechtstreeks op het bord. De bomen zullen hun bladeren weer beginnen te verliezen. Dat is geen drama. Zoals het kaf van het koren wordt gescheiden om de vruchtbare kern te behouden, zo zorgt het gebladerte van de bomen voor een warme laag voor de planten, jonge boompjes en zichzelf. Hierdoor komt iedereen de winter vlekkeloos door. Of toch zo goed als. Elk verlies zorgt wel ergens voor een vruchtbare herstart.

Een week geleden mocht ik voor een oogstritueel zorgen. Gezien de meeste mensen niet meer in of met de natuur leven, beseffen ze niet wat een werk een oogst vergt. De grond moet vruchtbaar gemaakt of gehouden worden. Er moet gezaaid of geplant worden, waarbij men al op voorhand weet dat een groot deel niet in vruchtbare grond zal vallen. Men moet de zaailingen behoeden tegen grote regens, erge droogtes, verschrikkelijke koude,… Daarna moet men ze bewateren en de nodige zorg en aandacht geven. Uiteindelijk kan het eindelijk geoogst worden. Dagenlang werk en een uitputtingsslag. Nu minder dan vroeger toen mensen alles met de zeis of de hand moesten doen. Het is dan ook geen wonder dat er na de oogst zwaar gefeest werd. Dat er pannenkoeken werden gebakken. Dat er kermissen gehouden werden. Kijk maar eens na: is er in september geen kermis in je dorp? 

We kennen misschien de oorsprong niet meer van dit feest maar het is een mooie rituele overgang. We kunnen de vruchten plukken van ons harde werk. Is dat niet letterlijk, dan toch wel figuurlijk: welke vruchten kan jij plukken, na hard werken? Welke offers heb jij moeten brengen? Maar vooral: waren deze offers het waard om te brengen? Misschien moet jij het kaf van het koren gaan scheiden? Wat moet er weg om een goede kern te behouden, om dichter tot jezelf te komen?

Maar er is meer. Er is helaas geen recept om elk jaar een goede oogst te hebben. We hoeven niet elke dag gelukkig te zijn en altijd beloond te worden na het harde werk. Zo gaat het helaas niet. Men kan perfect hard werken en met slecht zaad hebben gestrooid. Men kan hard werken en een droogte over zich heen krijgen. Er is altijd een stuk onzekerheid mee gemoeid. Wij, mensen, kunnen dat heel moeilijk aanvaarden. We willen controle en alles perfect hebben. Loslaten, zoals de natuur nu doet, is het enige goede antwoord. En duizenden fouten maken, waaruit men kan leren. Daarnaast zouden we ook kunnen genieten van de kleine dingen tijdens het zaaien, het planten, het oogsten: een korenbloem tussen het koren, een regenboog boven het maaiveld, een schaterend kind, een zwaluwvlucht, een schouderklop van de boer, het samenwerken met andere zaaiers. Dus als je dit doortrekt naar je eigen leven: geniet van de kleine dingen in het leven. Zodoende kunnen we beter tegen een tegenvallende oogst of het vallen van de bladeren. Als de kern sterk is, verdwijnt niets ooit echt.

Theodor Kittelsen: Kornstaur i måneskinn, ca 1900

Oogstgebruiken in Limburg
Uiteraard werd het oogstfeest ook in Limburg gevierd. Men maakte op 15 augustus een kruidenwis. In sommige streken deden ze dit al tijdens midzomer. Volgens kenners dient een kruidenwis uit volgende planten te worden samengesteld : de alant in het midden, daaromheen leverkruid, valeriaan, bijvoet, alsem, citroenkruid, echt walstro, boerenwormkruid en een driedubbele band bitterzoet. Weer anderen zweren bij een boeket van “negerderhande hout”, dus negen bomen of heesters.

Het oogsten gebeurde volgens de stand van de gewassen. Eerst het hooi, dan de verschillende graansoorten, daaropvolgend werden de boomgaarden grondig geleegd. Tot slot kwamen de wortelvruchten (rapen, wortelen, bieten … ) aan bod. Het is dan ook niet raar dat elke streek met specifieke gewassen (vb. de fruitstreek in Henegouwen) op andere momenten oogstfeesten en dus kermissen had.

Een ander mooi gebruik was het bakken van het oogstbrood. Uit het pas gewonnen graan bakte men een feestbrood en bovenop waren heilstekens aangebracht. De boerin tikte driemaal met het mes op het brood en sneed dan aan.

Een korenvrouwtje

Verder werd er nogal eens in een hoekje graan op het veld gelaten. Hierin kon de vegetatiegeest van het veld blijven huizen. In sommige gebieden was dat het korenvrouwtje, de roggebeer, den ouwen, vrouw Holle of de stoppelhaan. De laatste schoof hield men gaaf, want zij diende om er later in het jaar een bok van te vlechten. Elders werden met de laatste halmen stropoppetjes gemaakt. Zij waren een onderdeel van een oeroud gebruik. Via rituelen uitte de mens zijn dankbaarheid tegenover de korengeest. Elke gemeenschap had zo zijn eigen rituelen, maar één symbool was toch universeel : het korenbeeldje. Nog niet zo lang geleden werd het korenbeeldje nog in rituelen gebruikt. Nu zien we het eerder als versiering verschijnen.

De laatste oogstwagen werd versierd met mooie bloemen, enkele takken of kleurige linten. Alle harde werkers gingen in een processie naar het erf en er volgde een feest: het oogstfeest!

Gudela

You may also like...